Geschiedenis van Delft

De geschiedenis van Delft gaat meer dan duizend jaar terug en is nauw verbonden met water, handel, macht en innovatie. Wat begon als een nederzetting langs een gegraven waterloop groeide uit tot een invloedrijke stad in de middeleeuwen, een belangrijk centrum in de Gouden Eeuw en uiteindelijk tot de moderne kennisstad die Delft vandaag de dag is. In het historische centrum zijn de sporen van dit rijke verleden nog altijd zichtbaar.

Het ontstaan van Delft

Het ontstaan van Delft is nauw verbonden met waterbeheer, iets wat in de Nederlandse geschiedenis altijd een cruciale rol heeft gespeeld. Rond het jaar 1100 werd in het veengebied een waterloop gegraven om het land te ontwateren. Deze gegraven stroom kreeg de naam de Delf, wat letterlijk “gegraven” betekent. Langs deze waterweg ontstond een kleine nederzetting van boeren, vissers en handelaren die profiteerden van de verbeterde bereikbaarheid en vruchtbare grond.

Dankzij de ligging tussen belangrijke machtscentra zoals Den Haag en Rotterdam groeide de nederzetting gestaag. De Delf fungeerde als handelsroute en zorgde voor verbinding met andere steden en havens. Deze gunstige positie maakte Delft aantrekkelijk voor handel en ambacht, wat de basis vormde voor verdere ontwikkeling.

In 1246 verleende graaf Willem II van Holland officieel stadsrechten aan Delft. Dit betekende een keerpunt: de stad mocht zichzelf besturen, markten organiseren en verdedigingswerken aanleggen. Vanaf dat moment veranderde Delft van een nederzetting in een echte stad, met groeiende welvaart en politieke invloed binnen het graafschap Holland.

Delft in de middeleeuwen

In de eeuwen na het verkrijgen van stadsrechten ontwikkelde Delft zich tot een belangrijke middeleeuwse stad. De stad werd omringd door muren, poorten en grachten ter bescherming tegen vijanden. Binnen deze verdedigingsring ontstond een duidelijk stratenpatroon met pleinen, markten en woonwijken.

De bouw van de Oude Kerk en later de Nieuwe Kerk markeerde de religieuze en maatschappelijke betekenis van Delft. Deze kerken fungeerden niet alleen als gebedshuizen, maar ook als ontmoetingsplekken en symbolen van stedelijke trots. De toren van de Oude Kerk, die nog steeds scheef staat, herinnert aan de slappe veengrond waarop Delft gebouwd is.

Het leven in middeleeuws Delft was echter niet zonder gevaren. De stad werd meerdere malen getroffen door grote branden en uitbraken van de pest, die duizenden slachtoffers eisten. Toch wist Delft zich telkens te herstellen. Handel, ambacht en scheepvaart bleven de motor van de stad en zorgden voor een stabiele groei van de bevolking en de economie.

De Gouden Eeuw

De 17e eeuw vormt het absolute hoogtepunt in de geschiedenis van Delft. Tijdens de Gouden Eeuw bloeide de stad op economisch, cultureel en wetenschappelijk gebied. Delft maakte deel uit van het netwerk van handelssteden die profiteerden van de wereldwijde handel via de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).

In deze periode verwierf Delft internationale bekendheid dankzij het Delfts Blauw. Toen de import van Chinees porselein tijdelijk stilviel, begonnen Delftse pottenbakkers met het maken van aardewerk dat het porselein imiteerde. Dit groeide uit tot een eigen stijl, die wereldwijd werd geëxporteerd en nog altijd symbool staat voor de stad.

Ook op artistiek vlak kende Delft een gouden periode. De stad was de thuisbasis van Johannes Vermeer, wiens schilderijen het dagelijks leven en het licht in Delft op meesterlijke wijze vastlegden. Zijn werk draagt tot op de dag van vandaag bij aan het internationale imago van Delft als kunststad.

Willem van Oranje en Delft

Delft speelt een centrale rol in de Nederlandse geschiedenis dankzij Willem van Oranje, ook wel bekend als de Vader des Vaderlands. Tijdens de Opstand tegen de Spaanse overheersing koos hij Delft als zijn woon- en machtscentrum. Het Prinsenhof werd zijn residentie en fungeerde als politiek hart van de opstand.

Op 10 juli 1584 werd Willem van Oranje in het Prinsenhof vermoord. Deze gebeurtenis schokte niet alleen Delft, maar de hele Republiek. Willem van Oranje werd begraven in de Nieuwe Kerk, waarmee Delft de vaste grafstad werd van het Huis van Oranje-Nassau. Tot op de dag van vandaag vinden hier koninklijke bijzettingen plaats.

De band met het koningshuis gaf Delft een bijzondere status en versterkte de historische betekenis van de stad. Het Prinsenhof is inmiddels een museum en een van de belangrijkste historische locaties van Delft.